Een column over stilte, muziek en draagkracht in december. Over sterk zijn, moe zijn en waarom je jezelf niets hoeft op te lossen tijdens de feestdagen.
Bijna kerst. Dat voel je niet zozeer aan wat er gebeurt, maar aan wat vertraagt. Aan lege plekken waar normaal ruis zit. Aan ochtenden die stiller aanvoelen, alsof de dag zelf nog niet helemaal wakker wil worden. De wereld lijkt haar schouders iets te laten zakken. Minder verkeer, minder woorden, minder haast en toch is het hoofd van veel mensen juist voller dan anders.
December is een maand die iets blootlegt. Het jaar loopt op zijn einde en ineens lijkt alles tegelijk te moeten: afronden, reflecteren, verbinden, genieten. Het is de maand van “nog even”. Nog even sterk zijn. Nog even doorgaan. Nog even alles dragen voordat het eindelijk mag stoppen. En ergens tussen kerstverlichting en to-do lijstjes sluipt een subtiele spanning naar binnen. Niet altijd luid, maar wel aanwezig.
Wat deze periode zo complex maakt, is dat de buitenwereld warmte uitstraalt terwijl de binnenwereld dat niet altijd bijhoudt. Er wordt gezelligheid verwacht. Dankbaarheid. Rust. Maar rust laat zich niet afdwingen. Zeker niet wanneer je al maanden op reserve loopt. Zeker niet wanneer je gewend bent om degene te zijn die overzicht houdt, die stabiliteit brengt, die anderen geruststelt zonder daar zelf iets voor terug te vragen.
Sommige mensen dragen een natuurlijke kalmte met zich mee. Een soort stille kracht die een ruimte verandert zodra ze binnenkomen. Bij hen voelt het veilig. Open. Licht. Gesprekken gaan dieper, zonder dat het zwaar wordt. Juist omdat die rust zo vanzelfsprekend lijkt, wordt ze zelden bevraagd. Tot ze een keer hapert. Tot je kleine verschuivingen ziet: een vermoeidheid die niet meer weggaat na een goede nacht, een blik die afdwaalt, een stilte die langer duurt dan normaal.
Dat zijn geen tekenen van zwakte. Dat zijn tekenen van menselijkheid. Maar in een wereld die voortdurend vraagt om veerkracht, vergeten we soms dat zelfs de sterksten momenten hebben waarop het gewicht net iets te zwaar aanvoelt. En dat die momenten niet opgelost hoeven te worden, alleen gezien.
Misschien is dat waarom deze tijd van het jaar zoveel losmaakt. Omdat alles even samenkomt. Wat was, wat is, en wat had moeten zijn. Je kijkt terug, soms ongevraagd. Je voelt verantwoordelijkheid, voor werk, voor anderen, voor verwachtingen die je zelf ooit hebt aangenomen. En ergens daartussen zit ook jij. Met alles wat je bent, en alles wat je al zo lang draagt.
Dan is er muziek. De Top 2000 die begint, elk jaar weer, bijna ritueel. Liedjes die je niet bewust kiest, je hebt ze niet opgezocht, niet klaargezet en juist daarom raken ze je. Ze overvallen je op momenten dat je hoofd ergens anders is: tussen de schappen in de supermarkt, met koude handen aan een winkelwagentje; in de auto, stilstaand voor een stoplicht terwijl de wereld even pauze lijkt te nemen; in een keuken waar nog één lamp brandt en de dag langzaam uit je schouders zakt.
Die muziek glipt langs je verdediging. Ze vraagt geen aandacht, maar krijgt haar toch. Ze herinnert je aan wie je was in andere tijden: aan een zomer die eindeloos leek, aan een afscheid dat je toen nog niet kon plaatsen, aan een versie van jezelf die je misschien een beetje bent kwijtgeraakt. Soms brengt ze warmte, soms weemoed, soms een onverwachte brok in je keel. En je hoeft niet te weten waarom. Dat is het mooie eraan.
Deze liedjes willen niets van je. Ze verwachten geen reactie, geen oplossing, geen uitleg. Ze zijn er gewoon. Ze vullen de ruimte zonder haar te claimen. Ze zeggen: je hoeft dit moment niet te fixen. Je hoeft niets te voelen wat niet vanzelf komt. Je mag even meedrijven, zonder richting, zonder plan.
En misschien is dat precies waarom ze zo troostend zijn in deze tijd van het jaar. Omdat ze je eraan herinneren dat alles wat je voelt of juist niet voelt, er mag zijn. Dat je deel uitmaakt van iets groters, van een collectief geheugen vol stemmen, verhalen en emoties die elkaar raken zonder elkaar te kennen. Dat zelfs in stilte, zelfs in vermoeidheid, er verbinding bestaat.
Soms is het niet meer dan een refrein dat blijft hangen terwijl je verdergaat met je dag. Maar soms is dat genoeg. Genoeg om je hart even lichter te maken. Genoeg om je eraan te herinneren: je bent hier niet alleen in. En op dagen waarop alles zwaar voelt, is dat misschien wel het meest waardevolle wat je kunt horen.
Woorden kunnen datzelfde doen. Niet als advies, niet als oplossing, maar als zachte bevestiging. Woorden die niet te veel willen uitleggen, niet te zwaar zijn, maar precies genoeg om even stil te staan. Om te voelen dat je gezien wordt, ook als je niets hebt gezegd. Dat je sterk bent, ook wanneer je het zelf even niet voelt.
Misschien is het goed om dat hardop te zeggen, juist nu: je hoeft niet altijd degene te zijn die alles draagt. Je hoeft niet altijd de rust te bewaren voor anderen. Je mag wankelen. Je mag moe zijn. Je mag zacht zijn voor jezelf, zelfs, of eerlijk gezegd juist, in een maand die zoveel vraagt.
Deze periode gaat voorbij. Net als elk liedje eindigt ook dit hoofdstuk. Wat blijft, is wie jij bent onder alles wat tijdelijk is. En dat is genoeg. Meer dan genoeg.
Tot die tijd: laat de stilte er zijn.
Laat de muziek binnenkomen.
En wees mild voor jezelf, dat is misschien wel het mooiste wat je jezelf deze decembermaand kunt geven.
Liefs,
💜
Reactie plaatsen
Reacties