Een krachtige, eerlijke column over rouw, acceptatie en het bouwen van een nieuw normaal, in jouw eigen tempo en vanuit jouw eigen innerlijke kracht.
Een woord dat zo zacht klinkt dat het haast fluistert, maar dat pas betekenis krijgt wanneer het door merg en been is gegaan. Acceptatie is geen eindpunt, eerder een verschuiving. Een kanteling in jezelf. Alsof je op een dag merkt dat je niet langer tegen de stroom in zwemt, maar dat je je langzaam laat meedrijven, niet uit berusting, maar uit erkenning. Erkenning dat dit is waar je nu bent.
We verwarren acceptatie vaak met vermindering: minder pijn, minder verdriet, minder gemis. Maar rouw laat zich niet temmen. Ze trekt zich niets aan van tijd en logica. Ze krast haar initialen in de ziel en blijft daar. Wat verandert, ben jij. De manier waarop je ademt naast de pijn. De manier waarop je leert dat de leegte niet opgevuld hoeft te worden om leefbaar te zijn.
Je begint te beseffen dat er een leven is vóór het verlies en een leven erna en dat beide werkelijkheden even waar zijn. Je leeft in twee tijdzones tegelijk: die van wat geweest is en die van wat nog moet komen. En ergens tussen die zones begint een dun, aarzelend lijntje te ontstaan: het nieuwe normaal. Een normaal dat niet glanst, maar gloeit. Zacht. Schuchter. Echt.
De pijn blijft, maar hoop krijgt stem.
Hoop is geen vrolijkheid. Hoop is een richting. Een subtiele beweging die zegt: er is nog iets. Ook al weet je nog niet wat. Hoop zit vaak verstopt in de kleinste momenten: het kopje koffie dat ineens weer smaakt, de wandeling waarbij je adem nét iets ruimer voelt, het geluid van iemand die je laat lachen en waarvan je schrikt omdat je dacht dat lachen niet meer bij je paste.
In die kleine momenten toont acceptatie zich. Niet als overwinning, maar als toestemming.
• De toestemming om niet langer te vechten tegen wat definitief is.
• De toestemming om weer te verlangen, ook al voelt dat als overspel met de toekomst.
• De toestemming om licht toe te laten, zelfs als de schaduw nog aan je hielen kleeft.
Maar laat me eerlijk zijn: acceptatie is geen zachte landing. Het is werk. Onzichtbaar werk. Werk dat niemand ziet, maar dat jou uitput tot in je botten. Rouwarbeid: het soort arbeid dat je niet beloont met diploma’s of applaus, maar met helderheid. En heel langzaam, met mildheid.
Je mag huilen. Je mag boos zijn. Je mag ineenkrimpen. Je mag opstaan. Je mag terugvallen. Niets hiervan betekent dat je faalt. Het betekent dat je rouwt en dus leeft.
Actief werken aan acceptatie betekent niet dat je vrolijk moet worden, maar dat je aanwezig blijft. Bij jezelf. Bij wat er is. Je zoekt rituelen die je anker worden: een kaars, een foto, een wandeling, een gesprek. Je leert opnieuw kiezen, opnieuw voelen, opnieuw afstemmen. Het is een proces dat vraagt om nieuwsgierigheid naar je eigen binnenwereld en dat kan soms het moeilijkste zijn.
En toch: jij bent de baas.
Niet over wat je verloren hebt, maar over hoe je het meedraagt. Je verlies bepaalt misschien het landschap van je leven, maar niet hoe jij erin beweegt. Je mag steun zoeken, heel graag zelfs. Je mag leunen. Maar niemand kan jouw stappen voor je zetten. Niemand kan jouw betekenis maken. Niemand kan jouw nieuwe normaal ontwerpen. Dat kan alleen jij. Misschien voelt dat als een last. Maar het is ook een vorm van vrijheid. Je bent niet overgeleverd aan je rouw, je bent medemaker van je leven.
Ruimte voor plezier én verdriet is misschien wel het meest revolutionaire aspect van acceptatie. Het idee dat vreugde niet betekent dat je vergeet. Dat je mag lachen zonder dat dit een klap is voor het gemis. Dat herinneringen niet falen wanneer je even niet aan ze denkt. Je draagt je verlies niet minder omdat je leeft. Misschien draag je het juist beter.
En soms gebeuren er dingen die je verrassen: je vangt jezelf op een onbewaakt moment in een verhaal dat niet over verlies gaat. Je merkt dat je spanning voelt om iets dat in de toekomst ligt. En je schrikt. Maar ook dit is acceptatie: oppakken wat nog bestaat, zonder je liefde voor wat je kwijt bent te verloochenen.
Maak van acceptatie jouw eigen reis, in jouw tempo.
Ik zie zo vaak mensen wachten. Wachten op het moment dat ze zich beter zullen voelen. Wachten tot de pijn minder wordt. Wachten op de dag dat ze weer ‘de oude’ zijn. Maar dat moment komt niet. En dat is niet wreed, het is eerlijk. Want je hoeft niet de oude te worden. Je mag iemand nieuws worden. Iemand die gevormd is door wat er gebeurde, maar niet bepaald wordt door wat er brak.
Dus stel jezelf de vraag:
Wat heb jij nodig om jouw nieuwe normaal te bouwen? Misschien is het stilte. Misschien is het beweging. Misschien is het praten. Misschien is het juist zwijgen. Misschien is het structuur, of juist ruimte. Misschien weet je het nog niet en ook dat is een antwoord.
Rouw vraagt niet dat je het weet. Alleen dat je aanwezig bent. En dat je blijft bewegen, hoe klein de stapjes ook zijn.
Acceptatie is geen eindpunt. Het is een manier van leven met wat je niet kunt veranderen en tegelijkertijd de moed vinden om open te blijven staan voor alles wat nog wél kan ontstaan.
Liefs,
💜
Reactie plaatsen
Reacties