
Een ode aan leven en sterfelijkheid. Hoe Saint-Saëns met Danse Macabre laat horen dat de dood niet het einde is, maar het begin van een andere melodie.
Ooit wel eens de dood gehoord? Niet als stilte, niet als verdriet, maar als muziek? Zo niet, dan neem ik je graag mee naar de wereld van Camille Saint-Saëns, waar de dood niet met angst wordt bekeken, maar met fascinatie. Een wereld waarin de dood je laat dansen tot het weer ochtend wordt, tot het moment dat de zon weer over de aarde glijdt en men opnieuw mag rusten in het besef dat men heeft geleefd.
We vergeten het soms: dat de dood ooit niet zo gevreesd werd als nu. In de middeleeuwen danste men met hem, letterlijk. De Danse Macabre, de dodendans, stond afgebeeld op kerkmuren, fresco’s en grafstenen. Als herinnering: dat niemand de dood ontkomt, en dat dat juist de schoonheid van het leven bepaalt. Toen, en nog in de tijd van Saint-Saëns, zo’n honderdvijftig jaar geleden, werd de dood niet veracht, maar omarmd als onderdeel van het menselijk bestaan. Hij was mysterieus, ja, maar ook troostrijk. Men leefde met hem, sprak over hem, bezong hem.
Vandaag is dat anders. De dood is iets wat we proberen weg te drukken, iets dat niet mag bestaan. Het is definitief en men ziet hem als een vijand, omdat we onze geliefden erdoor verliezen. We verlengen ons leven, maar verliezen de betekenis van sterfelijkheid. We verstoppen de rouw, en daarmee ook de liefde. Maar muziek, muziek vertelt wat wij vergeten zijn. En Saint-Saëns, die begreep dat.
Alles over Camille Saint-Saëns’ Danse Macabre
Camille Saint-Saëns was een muzikaal genie, die op zijn tiende al muzikale concerten kon spelen én ze ook al schreef. Hij is geboren in Parijs, in de wijk Odiment Saint Pré. Later is hij gestorven in de Rue Monsieur le Prinse, waar drie jaar later Charles Aznavour is geboren.
Verder kun je Saint-Saëns kennen van Le Carnaval des Animaux, waarin het stuk Aquarium bekend staat als zijn eerste duistere stuk. Al vond Saint-Saëns dat zelf niet het geval, en dat leidde tot het schrijven van zijn symfonisch gedicht Danse Macabre. Hiervoor schreef hij De Stervende Zwaan én zijn derde symfonie, de orgelsymfonie, waarvan menig mens de finale maar al te goed kent omdat in 1977 Yvonne Keeley en Scott Fitzgerald het nummer If I Had Word uitbrachten, wat een één-op-één kopie is van Saint-Saëns.
L’histoire:
Danse Macabre is een symfonisch gedicht. Saint-Saëns heeft eerst een lied geschreven op het gedicht van Henri Cazalis, Zig a zig a zag, wat over de dood gaat. Hierna schreef hij het stuk Danse Macabre, wat wordt geopend met de twaalf klokslagen op de harp. Vervolgens komt de dood op je af in de vorm van een viool, die nogal aparte noten speelt. Normaal gesproken is een viool afgestemd op ‘G, D, A, E’, de open snaren van een viool. In dit stuk zijn de eerste klanken ‘G, D, A, Es’. Dat noemen we de tritonus, een diabolische meerklank, ook wel een verminderde kwint genoemd. Dat wordt ook wel een dissonant genoemd, een interval met drie hele tonen. Vanaf de middeleeuwen een duivels interval genoemd.
Saint-Saëns wil hiermee zeggen dat de dood naar je toekomt. Alle gestorvenen die uit hun graven zijn gekropen, die met elkaar gaan dansen door de melodie van de viool. Vervolgens hoor je de xylofoon, wat de dansende botten, de beenderen van de doden moeten voorstellen. Saint-Saëns wilde met dit stuk vertellen dat iedereen na de dood bij elkaar komt. Mensen dansen met elkaar, arm en rijk, hoog en laag, dik en dun, want na de dood, lieve mensen, is iedereen gelijk.
Aan het einde van het stuk komt het nummer naar een hoogtepunt en komt de dag van de gramschap, Dies Irae, er nog in voor. De dag des oordeels, middeleeuws Gregoriaans gezang dat voorkomt in Saint-Saëns’ Danse Macabre. Saint-Saëns gebruikt deze melodie om het angstaanjagende en bovennatuurlijke thema van de dood op te roepen en verweeft het in het stuk waarin skeletten om middernacht wild dansen tot de dag aanbreekt. Deze muzikale allusie, die ook voorkomt in andere werken zoals Berlioz’ Symphonie Fantastique en Liszts Totentanz, was een gebruikelijke manier voor componisten uit de Romantiek om te verwijzen naar bovennatuurlijke of kwade krachten.
In dit stuk betekent dat de omschakeling van mineur naar majeur, een bijzonder iets, omdat de meeste stukken eindigen waar ze ook in beginnen. Dat deed hij eigenlijk om te laten zien dat de dood niet zo eng is als dat mensen denken, maar ook iets heel moois kan hebben. Tot slot hoor je de hobo, een Franse hoorn, die als de haan de ochtend in kukelekuut en dan kruipen alle doden weer hun graven in. Mooi dat muziek zo diepgaand kan zijn…En precies dáár, in die laatste zin, ligt misschien de sleutel.
Want Danse Macabre is niet zomaar een verhaal over skeletten en graven, maar een metafoor voor ons bestaan. Het leven is een dans, grillig en ritmisch, soms harmonieus, soms dissonant. De tritonus, die duivelse sprong tussen twee tonen, is niet alleen een klank, maar een symbool. Tussen leven en doodligt ook een halve toon verschil, iets wat je niet kunt zien, maar wat alles verandert.
Waar Saint-Saëns de dood laat dansen, laat hij ons eigenlijk leven. Hij laat ons voelen hoe fragiel, hoe tijdelijk, hoe dierbaar elke seconde is. Hij fluistert ons toe dat we niet bang hoeven te zijn, want het einde is slechts een andere vorm van muziek.
De gelaagdheid van Danse Macabre leert ons meer over het leven dan duizend woorden kunnen. Het leert dat we onze angsten kunnen omarmen, dat schoonheid kan schuilen in het onbekende, dat we pas echt leven als we de vergankelijkheid durven toelaten.
Als we luisteren naar deze dans, kunnen we ook iets leren over rouw. Over hoe de dood geen breuk hoeft te zijn, maar een overgang. Een manier om te herinneren wat was, en tegelijk te vieren wat er nog is. De dood kan pijn doen, ja, maar ze kan ook verzachten, zoals Saint-Saëns’ viool eerst snijdt, maar uiteindelijk oplost in licht.
Misschien is dat wat hij ons wilde nalaten: dat de dood niet het tegendeel van leven is, maar het bewijs ervan. Dat we moeten leren dansen, zelfs als de klokke twaalf slaat. Dat we niet moeten vluchten voor de stilte, alleen maar hoeven te luisteren naar haar melodie.
Want wie goed luistert, hoort in Danse Macabre niet het einde, niet het definitieve van de dood, maar al wat ooit heeft geleefd en nog steeds trilt in elke noot.
Liefs,
💜
Reactie plaatsen
Reacties